Deze maand en voor 1 juli 2022 dient er een definitief besluit te worden genomen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2023. Vanuit de Eerste Kamer worden kritische vragen gesteld over een verantwoorde inwerkingtreding en wordt daar deze maand over vergaderd door de Eerste Kamer. Onder andere het voldoen aan de zogenoemde 5 criteria, stabilisatieperiode, het problematische arbeidstekort worden genoemd. De vraag is of het haalbaar is om een KB (Koninklijk Besluit) te slaan inzake de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor 1 juli 2022. Het blijft dus nog even spannend.......
Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) stuurt de antwoorden op nadere vragen over de inwerkingtreding van de Omgevingswet naar de Eerste Kamer. Deze zijn te vinden in de bijlagen en bestaat uit 81 pagina's.
Hieronder volgen een aantal antwoorden die Minister De Jonge geeft:
Welke bewijzen in de zin van (onafhankelijk getoetste) onderbouwingen en informatie kan de regering aanleveren om te bewijzen dat het Rijk en de decentrale overheden en uitvoeringsorganisaties daadwerkelijk gereed zijn en in staat om de complexe Omgevingswet uit te kunnen voeren? Hier is het indringend ketentesten mede voor bedoeld. De genoemde organisaties zijn gereed om te gaan oefenen, dat blijkt uit het feit dat veruit de meesten al geoefend hebben en zijn aangesloten op het DSO. Het komende half jaar is nodig om te zorgen dat overheden gereed zijn voor inwerkingtreding op 1 januari. Niemand is nu al helemaal klaar, maar dat is ook niet zo vreemd. Die laatste zes maanden zijn nodig om, met zekerheid van een definitieve datum, op de inwerkingtreding voorbereid te zijn.
Hierbij ligt de bijzondere focus op de 5 minimale criteria voor inwerkingtreding van de Omgevingswet, zoals die eerder aan u zijn gemeld en waar de Implementatiemonitor Omgevingswet ook op gericht is. Dit zijn:
De minister schrijft dat er rond 1 juli 2022 eventueel een keuze gemaakt kan worden voor het volgen van de hoofdroute of een alternatieve route, die borgt dat de wet in verantwoord in gang kan treden.
Er zijn op dit moment twee alternatieve routes (“tijdelijke alternatieve maatregelen”) waarvan de bestuurlijke partners en ik verwachten dat deze ingezet gaan worden en die met AcICT zijn besproken. Het gaat om de volgende zaken:
De leden van de PvdA-fractie horen van veel gemeenten dat ze grote problemen ondervinden bij het werven van voldoende mensen. Vacatures staan uit, maar er solliciteren geen/onvoldoende (geschikte) kandidaten. In die gemeenten gaat het loket dus een half jaar 'op slot' voor nieuwe aanvragen. Herkent de minister dit signaal?
In algemene zin is er momenteel in Nederland een tekort aan arbeidskrachten. Dat maatschappelijke vraagstuk gaat niet aan gemeenten voorbij. Het is juist dat er op dit moment gemeenten zijn waar sprake is van capaciteitsproblemen op de afdelingen die verantwoordelijk zijn voor het maken van bestemmingsplannen en het verlenen van omgevingsvergunningen. Dit speelt onder meer bij de gemeente Woerden. Dit heeft tot gevolg dat procedures soms langer duren dan gebruikelijk. Zie ook de beantwoording van vraag 114 van de leden van de GroenLinks-fractie over dit onderwerp. Het klopt ook dat er gemeenten zijn die per 1 juli niet meer willen beginnen aan ontwerpbestemmingsplannen, omdat deze naar verwachting dan niet voor 31 december 2022 zullen zijn afgerond. Dit betekent echter niet dat het loket dan een half jaar op slot zit voor nieuwe initiatieven. In dit geval is 1 juli 2022 het moment waarop de gemeente overstapt op het voorbereiden van ontwerp-wijzigingen van het omgevingsplan op grond van de Omgevingswet, of ontwerpvergunningen voor het afwijken van het omgevingsplan op grond van de Omgevingswet. Vanuit de gemeenten is juist daarom aangedrongen op bestuurlijke helderheid over de inwerkingtreding van de Omgevingswet voor 1 juli 2022, zodat gemeenten in staat worden gesteld goede en gefundeerde keuzes te maken met betrekking tot welke procedure op grond van welke wetgeving in gang wordt gezet en afgerond. Juist om te voorkomen dat er vertraging ontstaat in de door de leden van de PvdA-fractie genoemde dossiers is het nodig om te zorgen dat de uitvoeringspraktijk tijdig helderheid heeft over de inwerkingtredingsdatum van de Omgevingswet.
Bron: Rijksoverheid.nl