Antwoorden Kamervragen over het bericht over slib storten in diepe plas en natuur

 

Staatssecretaris Heijnen (IenW) geeft antwoorden op Kamervragen naar aanleiding van hhet bericht 'Slib storten in diepe plas zorgt niet altijd voor betere natuur'. Zij doet dit de minister voor Natuur en Stikstof. De Tweede Kamerleden Van Esch en Wassenberg (beiden PvdD) hadden de vragen gesteld. Enkele vragen en antwoorden uitgelicht:

Vraag 5
Wat is uw reactie op de conclusie uit het onderzoek dat het verondiepen van diepe plassen niet automatisch een nuttige toepassing is?
Antwoord 5
Uit het rapport volgt dat de ecologische kwaliteit van een diepe plas niet per definitie slechter is dan de kwaliteit van een verondiepte plas. De waterkwaliteit in diepe uiterwaardplassen kan ook beter zijn dan in een verondiepte plas. Uit het onderzoek blijkt dus dat een verondieping – afhankelijk van de gekozen inrichtingsvariant – niet altijd een ecologische meerwaarde heeft en daarmee uit ecologisch oogpunt niet automatisch nuttig is. Dit moet steeds lokaal worden beoordeeld en afgewogen.

Vraag 11
Bent u bereid een landelijke visie te ontwikkelen op de positie en toekomst van diepe uiterwaardplassen in het rivierengebied, zodat hierop beleid kan worden gemaakt? Zo nee, waarom niet? Zo ja, per wanneer?
Antwoord 11
Ja, voor de zomer informeer ik u eerst over de uitkomsten van het beleidsonderzoek diepe plassen en het verdere proces. Dit zal vervolgens in beleid worden uitgewerkt en vastgelegd.

Vraag 12
Kunt u een overzicht verschaffen van de verschillende soorten grond die mogen worden gebruikt voor het verondiepen van een plas en de mate waarin deze verschillende soorten grond beter of slechter zijn om te gebruiken voor een verondieping?
Antwoord 12
De grond die wordt toegepast bij verondiepingen moet altijd voldoen aan Besluit bodemkwaliteit. Hiermee wordt ervoor gezorgd dat altijd wordt voldaan aan de geldende (chemische) kwaliteitseisen. Daarnaast moet worden voldaan aan het handelingskader Pfas
Voor het jaar 2018 is een inschatting gemaakt4 van de hoeveelheid grond en baggerspecie en de kwaliteit die is toegepast. Uit een berekening volgde destijds dat werd verwacht dat 8 miljoen m3 grond en baggerspecie zou worden toegepast, 
waarvan 60 % zou bestaan uit klasse industrie grond/baggerklasse B, 25% uit klasse Wonen grond/baggerklasse A en 15% uit grond klasse achtergrondwaarde.

Bron: Rijksoverheid

Beantwoording Kamervragen over het bericht 'Slib storten in diepe plas zorgt niet altijd voor betere natuur (beantwoording-kamervragen-over-het-bericht-slib-storten-in-diepe-plas-zorgt-niet-altijd-voor-betere-, 206 Kb) [Download]