Beantwoording Kamervragen over ophoping plastics en chemicaliën en dreiging planetaire crisis

 

Staatssecretaris Van Weyenberg (IenW) beantwoordt Kamervragen naar aanleiding van het bericht 'Plastic en andere chemische stoffen stapelen zich op in de grond: een nieuwe planetaire crisis dreigt'. Hij kreeg de vragen van het Tweede Kamerlid Van Esch (PvdD).

Beantwoording vragen van het lid Van Esch (PvdD) over de berichten over ophoping van plastics en chemicaliën gerust mag worden beschouwd als de derde planetaire crisis en dat de schade door plastic bijna tien keer hoger ligt dan de prijs.

Uitgelicht vraag 3 en 5:

Vraag 3
Wat is uw reactie op de stelling van bodemonderzoeker Violette Geissen ‘als de diversiteit in de bodem afneemt en het tegelijk warmer wordt zodat deNANa grond uitdroogt, diezelfde grond steeds minder weerstand heeft tegen andere verstoringen zoals chemische vervuiling’? Houdt uw beleid rekening met zulke wisselwerkingen? Zo ja, waar blijkt dat uit? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3
In algemene zin klopt deze stelling. Een gezonde bodem heeft een goede verhouding tussen de chemische, fysische en biologische aspecten van de bodem. Beschikbaarheid van water is natuurlijk essentieel voor het functioneren van bodems. Het is duidelijk dat bij droogte en een verminderde ecologie van de bodem gewassen minder groeien. Aanwezigheid van chemicaliën heeft uiteraard ook effect op de bodemecologie. Hieruit blijkt al dat het bodemsysteem complex is. Vanuit het beleid wordt wel steeds meer gekeken vanuit het gehele bodemecosysteem, zo wordt bijvoorbeeld via goede landbouwpraktijk invulling en maatwerk geleverd. Ook wordt gewerkt aan klimaatadaptatie, peilbeheer en het beter vasthouden van water door het verhogen van het organisch stofgehalte in de bodem.

Voorts is in de bodemregelgeving in de normstelling voor verontreinigingen nadrukkelijk rekening gehouden met de schadelijkheid van verontreinigingen voor de ecologie. Door het RIVM wordt, zoals ook in het artikel wordt opgemerkt, verder gewerkt aan de kennisbasis rond mengseltoxiciteit.

Het klopt dat er internationaal, met name vanuit de EU grote aandacht is voor bodemecologie. De aangekondigde herziening van de EU bodemstrategie eind dit jaar komt deels voort uit de Biodiversiteitsstrategie 2030. In zijn algemeenheid deel ik de zorg van de afnemende biodiversiteit en daarmee ook die van de Nederlandse bodems. Ik bekijk in hoeverre ik dit kan meenemen in de uitwerking van het Programma Bodem en Ondergrond* dat opgesteld wordt als uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie. 

Vraag 5
Wat is uw reactie op de stelling van bodemonderzoeker Violette Geissen dat we in een papieren schijnwereld leven, ‘waar alles perfect is en elke norm altijd gehaald wordt, maar in de echte wereld kijken we nauwelijks’?

Antwoord 5
Het kabinetsbeleid is erop gericht om alle plastic – zowel bioafbreekbaar als niet bio-afbreekbaar plastic in te zamelen en te recyclen. Het achterblijven van plastic in de natuur is niet de bedoeling. Specifiek voor bioafbreekbaar plastic geldt dat mijn voorganger in haar brief aan uw Kamer van 10 juni 2021 heeft gemeld dat we werken aan een verbod op bioafbreekbare plastics, behalve in toepassingen waar het meerwaarde heeft (bijvoorbeeld wanneer deze gebruikt worden als inzamelmiddelen en er daarmee meer organisch materiaal in de kringloop wordt gehouden of vervuiling in de compost wordt verminderd). Deze regelgeving werkt IenW uit in samenspraak met de Vereniging Afvalbedrijven en andere betrokken partijen, zodat het goed aansluit bij de praktijk.

*Het programma heeft als doel het duurzaam, veilig en efficiënt gebruik van bodem, ondergrond en grondwater te bevorderen

 Bron: Rijksoverheid.nl

Bijlage: Beantwoording Kamervragen over ophoping plastics en chemicaliën en dreiging planetaire crisis

 

Beantwoording Kamervragen over ophoping plastics en chemicaliën en dreiging planetaire crisis (beantwoording-kamervragen-over-ophoping-van-plastics-en-chemicalien-gerust-mag-worden-beschouwd-als-, 343 Kb) [Download]