Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) informeert de Tweede Kamer over de voortgang van de implementatie van de...
 

Rapport van het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM). Het rapport brengt de beschikbare kennisbasis over microplastic in de...
 

De Regeling bodemkwaliteit 2022 (Rbk 2022) is op 19 januari 2023 in de Staatscourant geplaatst. De huidige Regeling...
 

Het rapport bevat een bureaustudie naar de verplichtingen bij IBC-werken van AEC-bodemas in verschillende tijdsperioden. AEC-bodemas is het...
 

Staatssecretaris Heijnen (IenW) informeert de Tweede Kamer over een aantal onderwerpen op het terrein van bodem en ondergrond.
 

De afvalstoffenbelasting gaat per 1 januari 2023 omhoog naar €35,70 per ton. De heffing geldt voor het storten én verbranden...
 

Minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening) stuurt de Eerste Kamer documenten over de aanpak van het Indringend Ketentesten...
 

ECLI:NL:RBDHA:2022:14578 Project Afsluitdijk. Afvalstoffen. Overtreding van de Wabo in samenhang gelezen met het Bor. De bouwstoffen en...
 

In deze kamerbrief wordt eerst ingegaan op de gemaakte bestuurlijke afspraken, vervolgens op de verdeling van de middelen voor o.a....
 

Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat bereidt een wijziging voor van de   Regeling beoordeling reinigbaarheid grond 2006...
 


Impact voor beleidsdomein Bodem genoemd: De Omgevingswet kent een andere benadering van bodemkwaliteit en bodemverontreiniging dan de Wet...
 

De Nederlandse Richtlijn Bodembescherming (NRB) wordt bij de inwerkingtreding van de Omgevingswet als BBT-document (beste...
 

Minister Adema (mLNV) informeert de Tweede Kamer over de Diverse onderwerpen mestbeleid. "Recente ontwikkelingen in het mestbeleid...
 

Minister van Infrastructuur en Waterstaat en de minister voor Natuur en Stikstof, informeren de kamer over de derde publicatie van de...
 

Minister Harbers (IenW) informeert de Tweede Kamer  over de stand van zaken van enkele ontwikkelingen op het gebied van water. Ook gaat hij...
 

Op 20 oktober 2022 is de internetconsultatie gestart van het Verzamelbesluit Omgevingswet 2023. Iedereen die dat wil, kan tot...
 

Staatssecretaris Heijnen (IenW) stuurt de Tweede Kamer de kabinetsreactie op de publieke consultatie van de Europese Commissie (EC) over...
 

Op plekken waar zich dusdanig hoge PFAS-concentraties in de bodem bevinden dat hierdoor onaanvaardbare risico’s voor de volksgezondheid kunnen optreden, moeten maatregelen worden genomen.
 

Voor een zorgvuldige invoering van de Omgevingswet is meer tijd nodig om te oefenen, te testen en te zorgen voor extra ondersteuning bij bevoegde gezagen. Daarom opteren minister De Jonge (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening), provincies, gemeenten en waterschappen voor een beperkt uitstel van de ingangsdatum. Dat wordt 1 juli 2023, in plaats van 1 januari 2023.

In de voortgangsbrief wordt het dilemma rond de inwerkintreding toegelicht:

 

Op aandringen van de provincies wordt de invoering van de Omgevingswet  met een half jaar uitgesteld tot 1 juli 2023.
 


Beslisnota bij Kamerbrief Ontwerpbesluit houdende wijziging van het Besluit gebruik meststoffen en het Besluit activiteiten leefomgeving in verband met de uitvoering van het zevende actieprogramma Nitraatrichtlijn 2022-2025.
 

De wijziging betreft een aanpassing van bijlage C van de Regeling. In bijlage C is de verwijzing naar BRL 5078 “Groutmengsels voor het afdichten van boorgaten” aangevuld met een verwijzing naar een wijzigingsblad van 16 juli 2020. Via dit wijzigingsblad is de ‘diffusieproef’ toegevoegd als geschikte analysemethode om de milieukwaliteit van grout te bepalen.
 

Er is groeiende politieke en maatschappelijke aandacht voor het vraagstuk bodemkwaliteit, onder andere naar aanleiding van casuïstiek rond de toepassing van staalslakken, thermisch gereinigde grond (TGG), granuliet en AVI-bodemassen. Dit laatste is bodemas die achterblijft in afvalverbrandingsinstallaties. Afvalstoffen worden vaker hergebruikt, bijvoorbeeld in de vorm van secundaire bouwstoffen. Hiermee ontstaat een groter risico op onjuiste toepassing en daarmee verontreiniging van bodem en grond- en oppervlaktewater.