Consultatie: Tijdelijke regeling subsidie bodemsanering ernstige historische verontreiniging bedrijfsterreinen

 

Het Ministerie van IenW bereidt een TIJDELIJKE subsidieregeling ter sanering van ernstige historische verontreinigde bedrijfsterreinen voor. Bij inwerkingtreding van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet vervalt de huidige subsidiebasis voor saneringen grotendeels. Deze (concept)regeling gaat gelden voor saneringen die niet onder het overgangsrecht van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet vallen.

Doelgroepen die door de regeling worden geraakt

• eigenaren en erfpachters van ernstige historische verontreinigde bedrijfsterreinen;
• stichting bodembeheer Nederland;
• stichting Bosatex;
• aannemers;
• de bestuursorganen van de gemeenten.

Doel van de tijdelijke regeling:
De tijdelijke regeling is gebaseerd op de Kaderwet subsidies I en M, en is gericht op het stimuleren van sanering van ernstige historische verontreinigde bedrijfsterreinen. Het gaat hierbij met name om saneringen die niet onder het overgangsrecht van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet vallen. Dit is het geval bij saneringen waarvoor geen beschikking ‘ernst en spoed’ is gegeven of waarvoor nog geen voornemen tot saneren of een saneringsplan bestaat. De subsidievoorwaarden zijn grotendeels identiek aan die in het Besluit financiële bepalingen bodemsanering (Bfbb). De tijdelijke regeling vervalt per 1 januari 2025.

De huidige subsidiebasis, bestaande uit de Wet bodembescherming, het Bfbb en de Regeling financiële bepalingen 2005 (Rfbb), vervalt bij inwerkintreding van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet. De tijdelijke regeling is zoveel als mogelijk gelijk aan die van het Bfbb en de Rfbb. Waar nodig is verbinding gemaakt tussen de stelsels van de Omgevingswet en van de Kaderwet subsidies I en M.
In de Tijdelijke regeling wordt aangesloten bij de Bedrijvenregeling waar het de delegatie van de uitvoering aan de decentrale overheden betreft. Voor de bedrijvenregeling waren dat er 41 (de provincies en 29 grote gemeenten). Voor de Tijdelijke regeling zijn dat alle gemeenten (355) die het bevoegd gezag zijn onder de Omgevingswet voor bodem. De uitwerking geschiedt in een separaat delegatiebesluit.

Verwachte effecten van de regeling voor de doelgroepen

De verwachting is dat ernstige historische verontreinigde bedrijfsterreinen die zijn aangemeld voor 1-1- 2008 en waarvoor nog geen begin is gemaakt met sanering, alsnog gesaneerd zullen worden. Hierdoor zal het totale aantal verontreinigde bedrijfsterreinen afnemen.

Het Bfbb en de Rfbb zijn zoveel als mogelijk beleidsneutraal omgezet in deze regeling. Het stelsel van de Omgevingswet c.q. de Aanvullingswet bodem Omgevingswet en van de Kaderwet subsidies I en M vergen wel aanpassingen van het huidige systeem. De Omgevingswet sluit aan bij de ontwikkelingen van de fysieke leefomgeving en bij milieubelastende activiteiten en bevat geen saneringsplicht. De begrippen saneren en ernstige verontreiniging zijn aangepast. Tevens is aangesloten bij het Besluit activiteiten leefomgeving wat betreft de indieningsvereisten bij de subsidieaanvraag en de te overleggen documenten om aan te tonen dat daadwerkelijk gesaneerd is. Daarnaast is het uitgangspunt van high/lowtrust uit de Kaderwet subsidies I en M van toepassing. Dat betekent onder meer dat alleen nog voor subsidies van € 125.000 of meer een accountantsverklaring nodig is. De subsidieontvanger moet dan in ieder geval beschikken over evaluatieverslagen en facturen. Hiermee kan de ontvanger aantonen dat aan de subsidievoorwaarden is voldaan.

U kunt tot en met 18 juli 2021 via deze website reageren op deze regeling en de toelichting. Het ministerie hoort graag uw aanvullingen op de voorgestelde regeling.

Bijlagen:

Bron: Rijksoverheid.nl