Met de komst van de omgevingswet wil de overheid de regels voor ruimtelijke projecten bundelen om het zo eenvoudiger te maken om ruimtelijke projecten te starten. De bedoeling is dat de omgevingswet per 2021 in werking treedt. Dit heeft gevolgen voor de bodemwetgeving.
De Omgevingswet wordt uitgewerkt in vier Algemene Maatregelen van Bestuur (AMvB’s) te weten:
Onder deze besluiten valt weer de Omgevingsregeling (Or).
Aanvullingswet Bodem berust op 3 Pijlers:
De Aanvullingswet en het besluit Bodem vullen de Omgevingswet, respectievelijk de vier AMvB’s, aan met specifieke bodemregelgeving. Met de inwerkingtreding van het nieuwe stelsel wordt de Wet bodembescherming en het grootste deel van de onderliggende regelgeving ingetrokken. Door de bodemregelgeving op te nemen in het stelsel van de Omgevingswet ontstaat in het nieuwe stelsel een consistente, bruikbare set aan regels, procedures en normen voor de omgang met de bodem.
Het Aanvullingsbesluit vormt samen met de Aanvullingswet Bodem en de Aanvullingsregeling Bodem het zogenoemde aanvullingsspoor bodem van de Omgevingswet en behoeve van de overgangsregeling.
Het uitgangspunt van het Nederlandse bodembeleid is het waarborgen van de gebruikswaarde van de bodem (en het daarin aanwezige grondwater) en het faciliteren van het duurzaam gebruik van bodem, grond en baggerspecie. Bedrijven binnen de bodembranche zullen in de toekomst met name te maken krijgen met Bal (Besluit activiteiten leefomgeving) Er worden binnen de Omgevingswet de volgende milieubelastende activiteiten:
Schreurs Groep ziet in de nieuwe Omgevingswet een belangrijke stap naar systeemdenken, dit in analogie met de Waterwet. Wij houden de ontwikkelingen van de Omgevingswet en bijbehorende wet- en regelgeving nauwlettend in de gaten en begeleiden ons leden en cursisten op weg naar de Omgevingswet.
Volg hieronder het laatste nieuws omtrent de omgevingswet: