Financiële effecten Aanvullingsregeling bodem

 

De Aanvullingsregeling bodem Omgevingswet bevat regels voor het gebruik van de Aanvullingswet bodem Omgevingswet en het Aanvullingsbesluit bodem Omgevingswet in de praktijk. De Aanvullingsregeling bestaat niet zelfstandig, maar voegt artikelen toe aan
de Omgevingsregeling. Daarnaast wordt een aantal verwijzingen in andere regelingen aangepast aan het stelsel van de Omgevingswet. De Aanvullingsregeling is beperkt van omvang en omvat 3 delen:

1. Een deel vult de Omgevingsregeling aan of wijzigt deze;
2. Een deel wijzigt andere regelingen of trekt deze in; en
3. Een deel regelt het overgangsrecht, indien nodig.

Het Aanvullingsspoor bodem integreert het onderwerp bodemkwaliteit in de Omgevingswet. Op hoofdlijnen blijft het huidige bodembeleid met betrekking tot bodem na de stelselherziening hetzelfde. Het beschermen van de bodem tegen nieuwe verontreiniging en duurzaam gebruik blijft de kern van het bodembeleid. Wel faciliteert de voorgenomen regelgeving andere werkwijzen in de uitvoering van dit beleid en ontstaat er ruimte om hier decentraal eigen invulling aan te geven.

Nieuw is, onder andere, dat met de Aanvullingswet bodem de aanpak van bodemverontreiniging wordt gekoppeld aan een gebiedsaanpak en het reguleren van activiteiten. De Aanvullingswet bodem bestaat uit drie pijlers: preventie van nieuwe verontreiniging of
aantasting, het integraal meenemen van bodemkwaliteit bij besluitvorming over de fysieke leefomgeving en de bescherming van gezondheid en milieu door verstandig om te gaan met historische verontreinigingen.

Algehele conclusie: De wijzigingen aan regelgeving als gevolg van de Aanvullingsregeling bodem hebben geen financiële effecten voor burgers en bedrijven en overheden. Dit geldt als de wijzigingen los van elkaar worden bekeken en ook als ze integraal worden bezien:

  • Financiële effecten Aanwijzing en geometrische begrenzing:
    Omdat de wijziging van het gebied geen stukken grond bevat die mijnsteen bevatten, leidt deze wijziging niet tot financiële effecten voor gemeenten, provincies, waterschappen en burgers en bedrijven. Dit wordt door de respondenten in de interviews bevestigd.
    Conclusie: Geen financiële effecten van de aanwijzing van de geometrische begrenzingen van herkomstgebieden en toepassingsgebieden van mijnsteen en vermengde mijnsteen.

  • Financiële effecten meet- en rekenregels
    Omdat de rekenregels gelijk blijven ten opzichte van de huidige situatie worden geen financiële effecten veroorzaakt voor gemeenten, provincies en burgers en bedrijven. Voor de waterschappen is deze wijziging niet van toepassing.
    Conclusie: Geen financiële effecten van de meet en rekenregels uit de Aanvullingsregeling bodem.

  • Financiële effecten Omgevingsvergunning meststoffen: zuiveringsslib
    De respondenten vanuit de waterschappen geven aan dat deze vergunning niet zal worden aangevraagd, omdat de samenstelling van zuiveringsslib vrijwel nooit geschikt is om op land toe te passen.
    Conclusie: geen financiële effecten van het invoeren van deze vergunning.

  • Financiële effecten Omgevingsvergunning toepassen grond en bagger in diepe plas
    De respondenten vanuit bedrijven, waterschappen en omgevingsdiensten geven
    aan dat er feitelijk geen verschil is in de aanvraagvereisten. De opname van de
    aanvraagvereisten in de Omgevingsregeling leidt daardoor niet tot aanvullende lasten ten opzichte van de lasten van het Aanvullingsbesluit bodem.
    Conclusie: Geen financiële effecten van de aanvraagvereisten van de omgevingsvergunning voor het toepassen van grond of bagger in een diepe plas.

  • Financiële effecten Diverse overige omgevingsvergunningen
    Omdat de aanvraagvereisten inhoudelijk niet wezenlijk veranderen verwachten de respondenten vanuit gemeenten en omgevingsdiensten dat het anders opschrijven van de activiteiten geen effect heeft op de lasten.
    Conclusie: Geen financiële effecten van deze wijziging.

  • Financiële effecten gedoogplicht
    De respondenten vanuit omgevingsdiensten geven aan dat een gedoogplicht weinig voorkomt. Daarnaast wijken de eisen om een gedoogplicht aan te vragen niet of nauwelijks af van de huidige situatie. De respondenten schatten hierdoor in dat de opname van de aanvraagvereisten voor de gedoogplichtbeschikking geen effect heeft op de bestuurlijke lasten. Voor gemeenten die in de huidige situatie nog geen bevoegd gezag zijn, zal de gedoogplicht lasten veroorzaken. Dit is echter een direct gevolg van het verschuiven van het bevoegd gezag en niet van de opname van de aanvraagvereisten van de gedoogplicht in de Aanvullingsregeling bodem.
    Conclusie: Geen financiële effecten van het opnemen van de aanvraagvereisten van de gedoogplichtbeschikking in de Aanvullingsregeling bodem.

  • Financiële effecten Op of in de bodem brengen zuiveringsslib
    Omdat de opname van de regels voor bemonstering van zuiveringsslib in de Aanvullingsregeling bodem niet tot veranderingen leidt, verwachten wij geen financiële effecten.
    Conclusie: Geen financiële effecten van de regels over het op of in de bodem brengen van
    zuiveringsslib in de Aanvullingsregeling bodem.

  • Financiële effecten Wijzigen of intrekken andere regelingen
    De artikelen uit deze vervallen regelingen zijn in andere onderdelen van de Omgevingswet opgenomen. Deze wijzigingen zijn in die onderdelen reeds onderzocht. De aanpassingen aan de terminologie van de Omgevingswet zijn inhoudelijk niet anders dan de huidige
    situatie. Hierdoor zijn er geen financiële effecten te verwachten van het wijzigen en intrekken van andere regelingen.
    Conclusie: Geen financiële effecten van de regels voor het wijzigen of intrekken van andere regelingen in de Aanvullingsregeling bodem.

  • Financiële effecten overgansgrecht
    Omdat er geen verandering is ten opzichte van de huidige situatie worden geen financiële effecten verwacht van het overgangsrecht.
    Conclusie: Geen financiële effecten van het overgangsrecht in de Aanvullingsregeling bodem.

  • Intergraal beeld wijzigingen
    Onderzocht is of er samenhang bestaat tussen de verschillende wijzigingen, die effect kan hebben op de financiële effecten van de Aanvullingsregeling bodem. De wijzigingen hangen met elkaar samen, maar omdat de activiteiten waar deze regels over gaan naar verwachting niet voorkomen, hebben de wijzigingen ook gezamenlijk geen financiële effecten.
    Daarnaast is apart gekeken of het integrale beeld van de Aanvullingsregeling bodem leidt tot een aanpassing van de financiële effecten. Omdat er niet of nauwelijks samenhang bestaat tussen de wijzigingen en omdat de wijzigingen op zichzelf ook geen financiële effecten hebben, leidt dit, ook volgens de respondenten vanuit gemeenten, omgevingsdiensten en waterschappen, niet tot nadere integrale financiële effecten.

Bijlage: Rapportage van de financiële effecten van de Aanvullingsregeling bodem voor bedrijven, burgers en overheden

Lees ook de bijbehorende Kamerbrief Integraal Financieel Beeld stelselherziening Omgevingswet

Minister Ollongren informeert hierin de Eerste en Tweede Kamer over het Integraal Financieel Beeld van de stelselherziening Omgevingswet en de onderliggende deelonderzoeken.

Bijlage: Kamer Integraal Financieel Beeld stelselherziening Omgevingswet

Bron: rijksoverheid.nl