Kamerbrief met toezeggingen over Omgevingswet

[Contact us for a price]
 

Minister De Jonge (BZK) stuurt de Tweede Kamer een overzicht van enkele toezeggingen die hij heeft gedaan met betrekking tot de implementatie van de Omgevingswet.

Tijdens het mondeling overleg van 24 oktober heb ik uw Kamer enkele toezeggingen gedaan met betrekking tot de implementatie van de Omgevingswet. Ik hecht er waarde aan om deze toezeggingen helder op papier te zetten, zodat voor de Kamer duidelijk is welke acties ik zal verrichten om de Kamer tot aan 1 januari alsook na 1 januari 2024 goed te blijven informeren over de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet.

Toezeggingen ten aanzien van de monitoring en rapportage implementatie Omgevingswet
Samen met de bestuurlijke partijen heb ik intensief overleg over de monitoring op de voortgang van de implementatie. Ik heb de bouwblokken waarlangs wij dit in gezamenlijkheid doen benoemd. Het gaat om: hoe staan de bevoegde gezagen ervoor, in hoeverre is het DSO gereed, zijn de financiële afspraken op orde, en zijn de serviceketen en de calamiteitenorganisatie ingericht. Voor de monitoring over de uitvoeringspraktijk is door mij een evaluatiecommissie ingesteld die jaarlijks de monitoring voorziet van een onafhankelijk oordeel en daarnaast brengt de commissie na 5 en 10 jaar ook een gedegen evaluatierapport uit. Omdat ik de zorgvuldigheid en tijdigheid om bij te sturen met mevrouw Kluit deel, zal ik in aanvulling op de al voorziene voortgangsbrieven die per kwartaal worden opgesteld, de volgende zaken additioneel inregelen:
- Ik zal bij de 2e en 4e voortgangsbrief in 2024, horende bij het tweede en vierde kwartaal, de onafhankelijk evaluatiecommissie vragen om nadere duiding van de voortgang. Na dit eerste jaar zal ik bezien of een onafhankelijke duiding van de evaluatiecommissie ook na 18 maanden (2e kwartaal 2025) nog noodzakelijk is.
- Ik zal met mijn collega Weerwind in contact treden om de Omgevingswet op te laten nemen in het overzicht van invoeringstoetsen. Daarbij zal ik ervoor zorgdragen dat de thematische opzet van de invoeringstoets ook herkenbaar in de voortgangsbrieven wordt geborgd, waaronder signalen over de werking van de Omgevingswet vanuit het burgerperspectief.
- In de voortgangsbrieven zal ik ingaan op het gebruik van de Tijdelijke Alternatieve Maatregelen (TAM’s) door bevoegd gezagen en in overleg met de bestuurlijke partners bezien wat het juiste moment is om de TAM’s uit te faseren. Ik hecht eraan te herhalen dat het langer dan nu voorzien 
in de lucht houden van deze TAM’s een negatief effect heeft op de te realiseren maatschappelijke baten en ook op de werklast voor de bevoegde gezagen.
- Ook zal ik nadrukkelijk – in lijn met de motie Nooren c.s.1 - monitoren in hoeverre de bevoegd gezagen hun participatiebeleid op orde hebben.
- Daarnaast zal ik monitoren hoe bevoegd gezagen participatie in de praktijk toepassen in zowel de planketen als bij vergunningverlening.
Hiermee kom ik tegemoet aan de zorgen die mevrouw van LangenVisbeek (BBB) uitte.
- Daarnaast zal ik jaarlijks stilstaan bij de ervaringen van burgers, bedrijven en bevoegd gezagen met het hanteren van de termijnen
rondom zienswijze en beroep.
- In de vierde kwartaalbrief zal ik, zoals eerder voorzien, ook een financiële rapportage toevoegen op basis van een eerste interbestuurlijke evaluatie.

Toezegging Brief WCAG
Op verzoek van de heer Janssen zal ik de Kamer een brief doen toekomen over de Web Content Accessibility Guidelines (WCAG) in relatie tot de websites over de Omgevingswet zoals geduid in de kamerbrief van 9 oktober 2023.2 Ik zal in de brief op verzoek van de heer Janssen ingaan op de zgn. dubbele vereiste, bestaande uit een verbeterplan en een datum waarop de maatregelen uit het verbeterplan gerealiseerd moeten zijn. Ook zal ik in de brief ingaan op de actuele stand van zaken met betrekking tot de status van de websites. Ik hoop hiermee nogmaals duidelijk te maken dat ik een maximale inspanning doe om de A status tijdig te verkrijgen voor de betreffende websites. Ik zal de brief over de WCAG medio november aan de Kamer verzenden.

Toezegging ten aanzien van de motie Moonen
Tijdens het mondeling overleg heeft mevrouw Moonen nogmaals het belang van de uitvoering van haar eerdere motie3 benadrukt. Ik herken hiervan de urgentie. Voor een goed participatieproces is het van belang dat bevoegde gezagen de besluiten die in voorbereiding zijn, op een goede manier beschikbaar kunnen stellen en raadpleegbaar kunnen maken voor eenieder. Tegelijkertijd is de
uitvoering een technisch en procesmatig complex vraagstuk. Ik wil namelijk voorkomen dat de voorbereiding van besluiten belemmeringen ondervinden door al bepaalde standaarden voor te schrijven voor de beschikbaarstelling. Het is immers aan de bevoegde gezagen om te bepalen in welk stadium van de voorbereiding, op welke wijze en in welke vorm stukken beschikbaar worden gesteld en participatiemogelijkheden worden geboden. Technische oplossingen zouden die vrijheden niet moeten beperken. Ik heb de Kamer daarom toegezegd om in de voortgangsbrief van het eerste kwartaal 2024 de uitkomsten van lopend onderzoek naar de technische en procesmatige invulling van de motie, uiteen te zetten.

Tot slot wil ik benadrukken dat het voor u en mij van groot belang is dat we het proces tot aan inwerkingtreding, maar zeker ook daarna, nauwgezet en samen met de bevoegde gezagen en het bedrijfsleven volgen, en waar nodig bijsturen dan wel extra ondersteuning bieden. Met de toelichting en antwoorden op uw vragen in combinatie met de gedane toezeggingen ga ik ervan uit dat wij een constructieve dialoog over de implementatie van de Omgevingswet met elkaar kunnen blijven voeren en de duidelijkheid voor de uitvoering waarborgen.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
Hugo de Jonge

30-10-2023, Bron: Rijksoverheid.nl