Kamerbrief over rapporten over de Staat van Ons Water over 2020 en de Staat van de Drinkwaterbronnen

 

Minister Van Nieuwenhuizen (IenW) stuurt de rapportages 'De Staat van Ons Water' en 'Staat van de Drinkwaterbronnen' naar de Tweede Kamer. De rapporten gaan over de voortgang van het waterbeleid in 2020. Zij gaat kort in op beide rapporten.

Hieronder een paar alinea's uitgelicht van rapportage 'De Staat van Ons Water':

Grondwater
In 2020 hebben de provincies een landelijk beeld gevormd van de grondwaterkwaliteit van Nederland op basis van periodieke monitoring. Daaruit blijkt dat de grondwaterkwaliteit in Nederland op grote schaal door mensen beïnvloed is. Op 60% van de meetlocaties zijn bestrijdingsmiddelen aangetroffen en op 35% van de locaties medicijnresten. Nitraat, sulfaat en diverse zware metalen overschrijden op een substantieel deel van de locaties de drinkwaternorm. Op ongeveer 10% van de locaties overschrijden meerdere zware metalen de maximaal aanvaarbare concentratie met een factor 10 of meer. Dit rapport bevestigt het beeld dat de grondwaterkwaliteit in Nederland onder druk staat, onder meer door medicijngebruik, consumentenproducten, industriële processen en landbouwactiviteiten. Er zijn geen acute risico’s, maar structurele monitoring is van belang om calamiteiten op lange termijn te voorkomen.

Verondiepingsprojecten
Om ecologische redenen kan ervoor gekozen worden diepe plassen ondieper te maken. De ecologische meerwaarde van verondiepen staat wel ter discussie. Het verondiepen gebeurt met grond of baggerspecie. De kwaliteit van de gebruikte grond kan aanleiding geven tot
zorgen, vooral als de grond niet-genormeerde of bodemvreemde stoffen bevat (zoals plastic en piepschuim). In 2020 is een methodiek ontwikkeld om de effecten van verondieping op de grond- en oppervlaktewaterkwaliteit beter te beoordelen. De methodiek is
gericht op verondieping van plassen die in verbinding staan met het hoofdwatersysteem. In 2021 vindt doorontwikkeling plaats voor de toepassing op vrijliggende plassen. In 2020 zijn ook nieuwe toepassingswaarden voor PFAS in verondiepingsprojecten vastgesteld.
De nieuwe waarden sluiten beter aan bij de kwaliteit van de Nederlandse waterbodems. Of dit afdoende is wordt dit jaar, samen met bestuurders uit de hele keten (van winning tot berging en verwerking), gecheckt met de 'brede botsproef'.

Circulaire economie
Rijkswaterstaat, de waterschappen en andere partijen in de bouw en de grond-, weg- en waterbouwsector willen in 2030 circulair werken. Dit is vastgelegd In de Transitieagenda Circulaire Bouweconomie. In 2020 organiseerden de waterschappen onder meer tweemaandelijkse circuleer-ateliers om de samenwerking tussen overheden en het bedrijfsleven aan de circulaire werkwijze te bevorderen. De koepels IPO, VNG en Unie van Waterschappen trekken zoveel mogelijk gezamenlijk op (kennisinfrastructuur, informatie delen).
Bij het circulair gebruik van producten en materialen lopen overheden en bedrijven tegen belemmeringen in wet- en regelgeving over afval aan. In 2020 zijn in opdracht van het ministerie van IenW twee verkenningen uitgevoerd, naar de begrippen afval en product en naar experimenteerruimte.

Bodemdaling
Bodemdaling in West- en Noord-Nederland levert veel schade op aan infrastructuur, gebouwen, natuur en gewassen. Het Rijk heeft in de Nationale Omgevingsvisie de ambitie opgenomen dat in 2050 de schade door bodemdaling beperkt is en dat de bodemdaling
zelf door een samenhangende aanpak aanzienlijk verminderd is.

Veenweide
In het landelijke gebied is de oxidatie van veen door een verlaagde grondwaterstand de belangrijkste oorzaak van bodemdaling. Bij dat proces komen broeikasgassen vrij. In het Klimaatakkoord is afgesproken de CO2-uitstoot van veenweidegebieden met ten minste
1 megaton te verminderen in 2030. In 2020 is besloten dat overheden en maatschappelijke
(gebieds)partners onder regie van de provincies Regionale Veenweidestrategieën opstellen met maatregelen om de doelstelling voor 2030 te bereiken. De Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur (RLI) heeft in 2020 advies uitgebracht over de aanpak van bodemdaling in
veenweidegebieden, met het Groene Hart als casus. De Raad adviseert een nationale aanpak met coördinatie door het Rijk en uitvoering van maatregelen (onder meer waterbeheermaatregelen) in gebiedsprocessen.

Funderingsschade
In bebouwde gebieden treedt bodemdaling op door het gewicht van bebouwing op de slappe ondergrond. Dat leidt onder meer tot schade aan funderingen. De droge zomers van de afgelopen jaren hebben in 2020 geleid tot een toename van de zakkings- en funderingsschade.
De gebouweigenaren zijn verantwoordelijk voor de schade. Dit leidt vaak tot financiële en maatschappelijke problemen. Gemeenten kunnen helpen door maatregelen in de openbare ruimte uit te voeren (zoals infiltratie- en drainagesystemen) en door informatie en financieringsmogelijkheden aan te reiken. Het ministerie van BZK en het Kenniscentrum
Aanpak Funderingsproblematiek (KCAF) bieden kennis en handreikingen.

Duurzame bedrijfsvoering
Alle overheden hebben zich achter het Klimaatakkoord geschaard, ook de waterbeheerders en drinkwaterbedrijven. Daarbij hebben ze aangegeven dat ze hun CO2-uitstoot in 2030 met 49% willen hebben verminderd ten opzichte van 1990. De waterschappen willen
bovendien in 2025 100% energieneutraal zijn. Daarnaast hebben alle overheden het Grondstoffenakkoord ondertekend, gericht op een circulaire economie in 2050. De ambitie van de Green Deal Duurzaam GWW 2.0 is dat duurzaamheid integraal onderdeel is van alle GWWprojecten (grond-, weg- en waterbouw) in Nederland. De doelstelling voor 2020 was de instrumenten van de Aanpak Duurzaam GWW in alle GWWprojecten toe te passen, bij planvorming, aanleg, aanbesteding, beheer en onderhoud. Bij de waterschappen is duurzaamheid steeds vaker integraal onderdeel van projecten. De ambities van het Klimaatakkoord en het grondstoffenakkoord krijgen zo een vertaling in de bedrijfsvoering. In 2020 hebben de waterbeheerders een belangrijke stap gezet met duurzaam aanbesteden in het Hoogwaterbeschermingsprogramma. Duurzaamheid is opgenomen in de processen. Het Rijk en de waterschappen onderzoeken hoe ze sneller tot duurzame aanbesteding kunnen komen met een eenduidige uitvraag en andere tools. De waterschappen en Rijkswaterstaat gaan bij aanbestedingen pilots uitvoeren met zero-emissie-bouwmaterieel.

De kennis en ervaring die de pilots opleveren, zijn van belang om tot zero-emissie in de bouw te komen, zoals afgesproken in het Klimaatakkoord. In 2020 is onder meer in de volgende projecten aan duurzaamheid gewerkt:
• In het programma Innovatieve Kustlijnzorg werkt IenW (als launching customer) samen met marktpartijen aan duurzame en kosteneffectieve innovaties voor het kustonderhoud. Als een innovatie duurzaam en kosteneffectief blijkt, dan past Rijkswaterstaat deze
ten minste eenmaal toe in het reguliere kustonderhoud.
• Emissieloos en circulair bouwen is een belangrijk uitgangspunt geweest bij de uitbesteding en opzet van het HWBP-project Sterke Lekdijk (55 km dijkversterking). De betrokken partijen werken nauw samen aan innovatieve oplossingen.
• Voor de Langeraarse Plassen is ten behoeve van de Kaderrichtlijn Water een plan gemaakt om grond te baggeren en binnen het gebied te hergebruiken. Onderdeel van de aanbesteding was emissieloos baggeren en grondverzet. De winnende opdrachtnemer bouwt nu een bestaande baggerzuiger en kraan om naar elektrische aandrijving.

Omgevingswet
De Waterwet gaat grotendeels op in de Omgevingswet. In 2020 heeft het Digitaal Stelsel Omgevingswet verder vorm gekregen. Zo zijn heel precieze begrenzingen opgenomen in waterkaarten en zogenoemde vragenbomen opgesteld. Gebruikers kunnen straks een punt
op de kaart aanwijzen en krijgen dan een overzicht van alle regels die daar gelden. De vragenbomen maken duidelijk of de gebruiker een activiteit moet melden of een vergunning moet aanvragen als de Omgevingswet in werking is. De informatie op de website van de
Helpdesk Water heeft in 2020 grotendeels een plaats gekregen op de website van het nieuwe Informatiepunt Leefomgeving. Deze transities lopen door in 2021. Nationale Omgevingsvisie Op 11 september 2020 heeft de minister van BZK de Nationale Omgevingsvisie (NOVI) aangeboden aan de Tweede Kamer. Onderdeel van de visie is de beleidskeuze dat

Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust is (prioriteit 1). Voor de hele NOVI is water (samen met bodem) als een van de ordenende principes gehanteerd. Dit komt ondermeer tot uitdrukking in de nationale belangen die het kabinet wil borgen en de voorkeursvolgordes voor verstedelijking en regionaal waterbeheer. De NOVI geeft de strategische hoofdlijnen van het waterbeleid. Het huidige nationaal waterplan (2016-2021) en het daarop volgende Nationaal Waterprogramma (2022-2027) geven daar nadere uitwerking en uitvoering aan (zie hieronder).

Nationaal Waterplan
De opvolger is het Nationaal Waterprogramma 2022-2027 (NWP). Het ministerie van IenW is eind 2019 gestart met het opstellen van dit programma. Het NWP geeft niet alleen de hoofdlijnen van het nationale waterbeleid, maar ook het beheer van de Rijkswateren en
Rijksvaarwegen, wat tot nu toe in het Beheerplan Rijkswateren stond. Voor het waterbeleid is het NWP een uitwerking van de Nationale Omgevingsvisie. De ruimtelijke aspecten van het NWP hebben de status van structuurvisie, op basis van de Wet ruimtelijke ordening.
Een nieuw thema is klimaatadaptatie: het belang hiervan is de afgelopen jaren sterk toegenomen en daarom geeft het NWP een verdere uitwerking aan beleid en uitvoeringvoor klimaatadaptatie.

Bijlagen:

- Kamerbrief
- RIVM Rapport staat drinkwaterbronnen
- Staat van ons water over 2020

Bron Rijksoverheid.nl