Kamerbrief over vermindering blootstelling aan PFAS na de EFSA-opinie

 

Minister Van Nieuwenhuizen en staatssecretaris Van Veldhoven (beiden IenW) en minister Van Ark (Medische Zorg en Sport) informeren de Tweede Kamer over de stand van zaken over de blootstelling van mensen aan PFAS via voedsel, drinkwater en consumentenproducten. Aanleiding is de opinie van de Europese voedselveiligheidsautoriteit (EFSA) over PFAS uit september 2020. Ze geven aan welke vervolgstappen ze willen nemen.

Lees hieronder de enkele alinea's van de Kamerbrief

EFSA-opinie en de blootstelling aan PFAS
PFAS-stoffen komen van nature niet in het milieu voor en zijn zeer moeilijk afbreekbaar. PFAS zijn breed aanwezig in het milieu, in de bodem, in water en in voeding. Dit betekent dat vrijwel iedereen wordt blootgesteld aan PFAS en de stoffen worden ook aangetroffen in het lichaam van mensen. EFSA heeft de gezondheidskundige grenswaarde gesteld op 4,4 ng/kg lichaamsgewicht per week.
Dit is de maximale hoeveelheid waaraan iemand mag worden blootgesteld, zonder dat gevolgen voor de gezondheid worden verwacht. Deze hoeveelheid is aanmerkelijk lager dan die in de eerder uitgebrachte EFSA-opinie.

"De gemiddelde Nederlander krijgt volgens het RIVM ongeveer 2% van de PFAS binnen via het drinkwater, indien dit wordt geproduceerd uit grondwater, en ongeveer 17%, indien dit wordt geproduceerd uit oppervlaktewater. Ongeveer 40% van het drinkwater, vooral in het westen van het land, is gemaakt van oppervlaktewater. De concentratie PFAS in drinkwater gemaakt van oppervlaktewater ligt onder de Europese norm (zie kader), maar in een deel van het leveringsgebied boven de drinkwaterrichtwaarde die het RIVM voorstelt. De
verwachte blootstelling aan PFAS vanuit kraanwater is voor het RIVM geen reden om het gebruik ervan af te raden. De minister van Infrastructuur en Waterstaat is, in het licht van de totale belasting aan PFAS, in gesprek met de drinkwatersector over de vervolgaanpak."

Bij de vermindering van de hoeveelheid PFAS in het milieu is aandacht voor alle compartimenten, lucht, bodem en water. Voorkomen dient te worden dat maatregelen slechts leiden tot het verplaatsen van het ene milieucompartiment naar het andere. Het Actieprogramma PFAS in water (Kamerstuk 27625, nr. 503) is daarom een Actieprogramma PFAS dat integraal handelingsperspectieven zoekt om de bronnen van PFAS in de leefomgeving aan te pakken, gericht op vermindering van de overdracht naar het milieu en blootstelling van mensen.
Hierbij zijn de al gestarte acties, zoals in deze en de brief van januari genoemd, uitgangspunt en wordt op basis van onderzoeken naar de bronnen van PFAS, zoals uitgevoerd door het RIVM, Rijkswaterstaat en Arcadis, bekeken wat aanvullend
kan worden gedaan. Dit betreft tevens de toezegging van de staatssecretaris van Infrastructuur en Waterstaat over vervolgacties gericht op een aanpak bij de bron (Kamerstuk 32852, nr. 135). Er is sprake van een brede samenwerking met verschillende departementen, andere overheden en het bedrijfsleven, waarbij bijvoorbeeld wordt gekeken naar de papierindustrie en het gebruik van brandblusschuim. Op basis van nieuwe onderzoeksresultaten en inzichten worden in een continu proces handelingsperspectieven ontwikkeld en concrete
maatregelen uitgewerkt.

Het RIVM beveelt aan de kennis van de blootstelling aan PFAS via voedsel, drinkwater en andere bronnen te actualiseren. En om met een scenariostudie inzicht te geven in de (kosten)effectiviteit van verschillende mogelijke (combinaties van) maatregelen - van productie en gebruik tot blootstelling - en de mate en snelheid van de te verwachten afname van PFAS in mens en milieu. Dit moet leiden tot handelingsperspectieven om de blootstelling aan PFAS verder te verminderen. Vervolgens is langjarige monitoring nodig om het effect van de maatregelen te volgen. Deze aanbeveling gaan we opvolgen.

Bijlagen: 

Bron: Rijksoverheid