Minister De Jonge (BZK) informeert de Tweede Kamer over de stand van zaken van inwerkingtreding van de Omgevingswet. De Eerste Kamer heeft eenzelfde brief gekregen.
"Na de inwerkingtreding wordt de algemene ontwikkeling en de door u aangeven aandachtspunten meegenomen in de cyclus van monitoring en evaluatie (zie ook bijlage 1) van onder andere de maatschappelijke en financiële effecten. Dat betekent dat u op de hoogte wordt gehouden van de ontwikkelingen en zicht kan houden op de verbeteringen die mogelijk en nodig zijn om te zorgen voor een goede besluitvorming in de fysieke leefomgeving. Ik benadruk dat we met alle mensen bij de bevoegde gezagen, het bedrijfsleven, de koepelorganisaties en de ondersteunende teams van het interbestuurlijk programma en het IPLO nog veel werk te verzetten hebben.
Gezien de voortang en de realisatie is het vertrouwen er nog steeds om op 1 januari 2024 in werking te treden. Daarna wordt met
elkaar doorgewerkt aan de implementatie, de afbouw, uitbouw en doorontwikkeling van het DSO en het vervolg op de wet en haar instrumentarium. De Omgevingswet en het instrumentarium spelen een cruciale rol bij alle gebiedsgerichte opgaven die vragen om een integrale afweging in de fysieke leefomgeving".
9-10-2023, Bron: rijksoverheid.nl