Notitie Resultaten analyse beschikbare data PFAS in grondwater

 

Het Ministerie van IenW Infrastructuur en Waterstaat heeft het RIVM Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu  gevraagd om in beeld te brengen welke gegevens beschikbaar zijn over de diffuse aanwezigheid van PFAS (per- en polyfluoralkylstoffen) in grondwater in Nederland. Met diffuus wordt bedoeld dat concentraties niet direct zijn te relateren aan een specifieke (punt)bron, maar het resultaat zijn van bijdragen uit meerdere bronnen op uiteenlopende afstanden van een meetpunt.

Raadpleeg hier het gehele rapport

Conclusies
Op basis van de provinciale metingen (KMG en PMG) en incidentele onderzoeken kan geen representatief beeld van de landelijke diffuse
belasting van grondwater met PFAS verkregen worden. De belangrijkste redenen daarvoor zijn de gehanteerde rapportagegrenzen en de
verschillen in intensiteit van bemonstering in de afgelopen jaren.

Uitgesplitst naar de provincies valt op dat zowel het aantal metingen uiteenloopt, als de aantallen waarnemingen boven de rapportagegrens. Vanaf 2021 hanteren de provincies een gezamenlijke bemonsteringsstrategie voor de KRW waardoor in het KMG een meer landelijk beeld zou ontstaan voor PFAS in de toekomst. Daarnaast denken provincies momenteel na over ondiepe early warning monitoring gericht op nieuwe stoffen en bestrijdingsmiddelen. Dat zullen filters zijn die doorgaans ondieper zijn dan 10 m –m.v. De ondiepe meetnetten moeten echter nog grotendeels ontworpen worden, dus op korte termijn zullen daar nog geen metingen van beschikbaar komen.

Verder zullen intoekomstige meetronden de rapportagegrenzen voor PFAS lager zijn, waardoor op dit punt ook een beter beeld ontstaat van de verspreidingvan PFAS. Uit de data blijkt verder dat PFOS en PFOA vrijwel overal in grondwater boven rapportagegrens worden aangetroffen. Verwacht kan worden dat in het huidige onderzoek waarbij de rapportagegrenzen tot een factor 100 lager liggen een gedetailleerder beeld van de verspreiding van dezespecifieke stoffen in het grondwater zal ontstaan.

Enkele overige PFAS worden slechts sporadisch aangetoond in de beschouwde onderzoeken. Naast PFOA en PFOS worden L_PFBS,
L_PFHxS, PFBA, PFHpA, PFHxA en PFPA incidenteel boven de rapportagegrens gemeten. 13 van de 21 geanalyseerde PFAS-stoffen
wordt niet boven de rapportagegrens aangetroffen. Van deze stoffen zal nog moeten blijken of de diffuse verspreiding inderdaad nauwelijks aan de orde is, of dat sprake is van een belasting in een lager concentratiebereik. 2,4% van alle PFAS metingen ligt boven de rapportagegrens. De rapportagegrens ligt in de meeste gevallen op 0,02 µg/l (20 ng/l). Voor PFOA en PFOS ligt dit percentage hoger met respectievelijk 9,2% en 4,4% van de metingen boven de rapportagegrens.

Om een uitspraak te kunnen doen over ontwikkelingen in de tijd met betrekking tot PFAS concentraties, zijn er niet genoeg metingen
beschikbaar binnen een tijdreeks. Daarnaast is van belang dat er voldoende metingen beschikbaar zijn boven de rapportagegrens.

Bron: rivm.nl