Voortgang Omgevingswet november 2020

 

Kamerbrief van minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties drs. K.H. Ollongren over de voortgang Omgevingswet november 2020

In deze voortgangsbrief Omgevingswet ga ik in op de vorderingen richting de voorgenomen inwerkingtredingsdatum van 1 januari 2022.
Ik beschrijf de voortgang tegen de achtergrond van mijn eerdere voortgangsbrieven en rapportages. Op basis daarvan heb ik u de afgelopen jaren van ontwikkeling en voorbereiding steeds een beeld gegeven van de voortgang.

Als bijlagen bij deze brief ontvangt u een drietal rapporten die relevant zijn om een beeld te geven van de implementatie. Allereerst het definitieve advies van het Bureau ICT-toetsing (BIT) voorzien van de bestuurlijke reactie daarop. Daarnaast de tweede Gateway Review, die ook is voorzien van een bestuurlijke reactie. Beide reacties zijn in samenspraak met de bestuurlijke partners opgesteld.Ik dank het BIT en de onderzoekers van de Gateway Review voor hun adviezen die ik als zeer waardevol en richtinggevend beschouw.

 U ontvangt ook de halfjaarlijkse Monitor Implementatie Omgevingswet die u een beeld geeft van de stand van zaken in het land.

Allereerst zal ik in deze brief kort stil staan bij de vorderingen op het gebied van wetgeving. Vervolgens ga ik in op het BIT-advies en de Gateway Review. Daarna informeer ik u over de stand van zaken van de Omgevingswet, het Digitale Stelsel Omgevingswet (DSO) en de implementatie daarvan. Tevens benut ik in deze brief de gelegenheid om u te informeren over de interbestuurlijke afspraken die zijn gemaakt over het uitstel van de inwerkingtreding.

Vijf minimale criteria voor inwerkingtreding

 

Er zijn vijf criteria waaraan minimaal voldaan moet zijn op het moment dat de wet in werking treedt (een uitgebreide toelichting is opgenomen in de bijgevoegde rapportage). Op de criteria wordt gezamenlijk met de bestuurlijke partners gemonitord en bijgestuurd. Per criterium zet ik kort voor u kort uiteen wat status is.

 

Criterium 1: omgevingsvisies van provincies en Rijk moeten er zijn

  • De Nationale Omgevingsvisie (NOVI) is in september aangeboden en behandeld in de Tweede Kamer en gezamenlijk met de uitvoeringsagenda gepubliceerd
  • Alle provincies werken aan een omgevingsvisie die voldoet aan de eisen van de Omgevingswet. 75% van de provincies hebben hun omgevingsvisie afgerond. 25% van de provincies hebben deze in afrondende procedure.

Criterium 2: omgevingsverordening provincies gereed

  • Alle provincies zijn bezig met het opstellen en digitaliseren van hun omgevingsverordening. Vanaf uiterlijk 1 april moeten de provincies de ontwerp omgevingsverordening in DSO publiceren.
  • Nadat alle relevante regelgeving van de Omgevingswet is vastgesteld, kunnen de provincies hun omgevingsverordening omwerken naar een versie die voldoet aan de wet.
  • Voor drie provincies wordt in aanloop naar de inwerkingtreding alvast de mogelijkheid bezien om op basis van de Crisis- en herstelwet een verordening met verbrede reikwijdte op te stellen.

Criterium 3 werken met projectbesluit

  • Rijk, provincie en waterschappen bereiden zich voor op het gebruik van het projectbesluit.
  • Alle rijkspartijen die met het projectbesluit gaan werken zijn gestart met voorbereidingen en het inrichten van processen om goed te kunnen werken met dit instrument.
  • De helft van de provincies heeft in beeld welke werkprocessen geraakt worden en heeft een plan opgesteld voor aanpassing van deze processen. De andere provincies zijn van plan hiermee op korte termijn te starten. Alle provincies verwachten op tijd klaar te zijn.
  • 76% van de waterschappen geeft aan bezig te zijn met de voorbereidingen voor het opstellen van de processen rondom het projectbesluit 14% van de waterschappen hebben deze al volledig aangepast aan de nieuwe regels van de Omgevingswet. 10% kan nog niet aangeven wanneer ze hiermee beginnen. Alle waterschappen schatten in dat zij voor 1 januari 2022 de heringerichte processen geïmplementeerd hebben.

 

Criterium 4 omgevingsplan wijzigen

  • Bij inwerkingtreding per 1 januari 2022 beschikken alle gemeenten over een omgevingsplan van rechtswege.
  • Als gemeenten dat plan na inwerkingtreding willen wijzigen dient dit conform de eisen van de Omgevingswet te worden doorgevoerd. Het proces voor de aanpassing en de techniek om de aanpassing ook in DSO-LV door te kunnen voeren, moeten dan werken.
  • 85% van de gemeenten is bezig met het inregelen van de processen, 1% heeft dit gereed en van 14% is de status nog onbekend.

 

Criterium 5 Vergunningen en meldingen ontvangen en behandelen

5.1 Techniek:

  • Een organisatie voldoet aan de indicator techniek wanneer de organisatie succesvol aangesloten is op de landelijke voorziening of wanneer de uitvoeringsorganisatie waaraan zij de behandeling van vergunningen en meldingen hebben uitbesteed dit kan namens hen.
  • Inmiddels is bij 44% van de bevoegde gezagen een koppeling gerealiseerd. Nog eens 42% heeft zich in samenspraak met de softwareleverancier aangemeld. Dat betekent dat een datum is afgesproken en vastgelegd waar de koppeling met DSO-LV wordt gerealiseerd. In totaal is daarmee 86% aangemeld of reeds aangesloten. Met de laatste 14% van de organisaties is intensief contact om te bezien wat nodig is om een datum in te plannen. Dat geeft indicatie dat alle overheden op 1 januari 2022 zullen zijn aangesloten.
  • Alle rijkspartijen bereiden zich voor op de technische vereisten.
  • 33% van de provincies voldoet: zij hebben een aansluiting gerealiseerd en een testaanvraag verzonden. 59% heeft deze in voorbereiding en van 8% is de status onbekend.
  • Bijna alle omgevingsdiensten zijn aangemeld of aangesloten voor de aansluiting van de STAM-koppeling (28 van 29) en de laatste heeft de aanmelding in voorbereiding. Achttien omgevingsdiensten hebben de aansluiting al gerealiseerd en kunnen berichten uitwisselen met DSO-LV.
  • 67% van de waterschappen is in staat om vergunningaanvragen en meldingen vanuit DSO-LV te ontvangen. De overige 33% van de waterschappen heeft een planning ingediend voor het realiseren van deze koppeling voor het einde van het jaar 2020.
  • 35% van de gemeenten voldoet en nog eens 47% heeft deze in voorbereiding. Bij 18% van de gemeenten is nog geen aanmelding voor een aansluitingsdatum bekend. Met deze gemeenten is intensief contact om te bezien wat nodig is om een datum vast te kunnen stellen.

5.2 Indieningsvereisten

  • Alle provincies hebben hun voorbereidingen gestart (100%)
  • 14 % van de waterschappen voldoet. 81% is bezig met de voorbereidingen en van een waterschap is de status onbekend
  • 1% van de gemeenten voldoet. 88% is bezig met de voorbereidingen en van 11% is de status onbekend.

5.3 Proces

  • Alle provincies, waterschappen en het rijk zijn gestart met de voorbereidingen op de gewijzigde vergunningenprocedure conform de eisen van de Omgevingswet.
  • Bij 2% van de gemeenten voldoen de processen. 89% heeft deze in voorbereiding en van 9% is de status onbekend.

 

5.4 Beoordeling

  • 11% van de rijkspartijen voldoet en 89% is bezig met de voorbereiding om aanvragen voor omgevingsvergunningen te beoordelen conform de eisen van de Omgevingswet
  • 92% van de provincies is bezig met de voorbereiding en van 8% is de status onbekend. Provincies werken hiervoor veel samen met de omgevingsdiensten.
  • 24% van de waterschappen voldoet. 71% procent is bezig met de voorbereiding en van 1 waterschap is de status onbekend.
  • 2% van de gemeenten voldoet. 78% is bezig met de voorbereiding en van 20% is de status onbekend.

Uit de monitor blijkt dat alle bevoegde gezagen toewerken naar de inwerkingtreding per 1 januari 2022 en dat het haalbaar is om de vijf minimale eisen voor deze datum voor te bereiden.

Lees de verdere inhoud van deze kamerbrief hier

Afsluitend

De bestuurlijke partners en ik achten het - op basis van de voortgang van de wetgeving, van de implementatie en van de ontwikkeling van het basisniveau DSO-LV - verantwoord om de wet op 1 januari 2022 in werking te laten treden. Daarvoor moeten we allemaal nog het nodige werk verzetten maar we hebben het vertrouwen dat we dat voor elkaar krijgen. Met de toegezonden informatie geef ik u inzicht in de voortgang van de implementatie van de Omgevingswet in de afgelopen periode, zodat u uw afweging over de inwerkingtreding van de wet kunt maken.

De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,

drs. K.H. Ollongren

Overige bijlagen:

Bron: tweedekamer.nl